IJsland!

Als klein meisje riep ik al dat ik ‘later als ik groot was’ naar IJsland wou. Op een of andere manier zat dat maar in mijn hoofd en was het mijn ultieme droom/doel. Ik denk dat een van de aanstichters hiervan de boeken van Susanne Kronenberg waren over IJslandse pony’s. Vroeger las ik alle boeken uit de bibliotheek van voor tot achter en het liefst nog een keer terug en mijn favoriete boeken, die over paarden, heb ik allemaal wel minimaal vijf keer gelezen. Anyway afgelopen vrijdag was het dan zover! Samen met een vriendin ging ik richting IJsland voor een lang weekend. We vlogen met de relatief jonge budget vliegmaatschappij WOW air. De vlucht ging vanaf Schiphol en was prima. Wat we het dit lange weekend deden en allemaal bezochten vertel ik je in deze post.

De eerste blik op IJsland. Een nogal leeg, wijds landschap. 

We huurden een auto op het vliegveld, zodat we flexibel waren en konden gaan en staan waar we wouden. Er rijdt op IJsland weinig openbaar vervoer. Het schijnt in de zomer wel wat te rijden, maar wij waren er in wat ze al de winter noemen. De wegen in IJsland zijn prima te bereiden, de maximum snelheid is 90 kilometer per uur (echt nergens mag je harder), op de meeste wegen rijdt je 80 en in de dorpen 50. De wegen zijn redelijk goed, af en toe een gat/ kuil in de weg, maar dat is te doen. Ook zijn de wegen heerlijk rustig! We zaten met het hotel vlak langs een deel van de ringweg om Reykjavik en hebben helemaal geen last gehad van het verkeer. De provinciale weg hier is drukker, dan de ringweg daar.

In Reykjavik (en omgeving) wonen ongeveer 200.000 mensen. Dit is een derde van de bevolking van het hele land. De stad zelf is uniek. Het is met geen andere stad te vergelijken. Het ligt aan de Atlantische Oceaan, heeft heuvels en de hoofdstraat is in vergelijking met Nederlandse winkelstraten, erg rustig. Het heeft diverse verschillende stijlen huizen en veel gezellige koffietentjes. Een opvallend gebouw in de stad is de Hallgrimskirkja. Een enorm grote kerk die bijna iets buitenaards heeft door de vorm en het uiterlijk. De kerk staat bovenop een heuvel en is daardoor makkelijk te vinden.

De stad is niet erg groot en daardoor makkelijk te bewandelen. We deden een gratis stadstoer via CityWalk Reykjavik. Tijdens een twee uur durende wandeling werd ons van alles verteld over de geschiedenis van de stad, maar ook over de gewoonten van het land. Echt een aanrader!

Een andere aanrader, die we natuurlijk moesten bezoeken, was de Blue Lagoon. IJsland is nogal een bijzonder eiland, het heeft 140 vulkanen en hierdoor dus geisers en gebieden met warmte uit de grond. Een van de gebieden waar ze geothermale warmte hebben is het gebied van de Blue Lagoon. Hier zijn ze ooit begonnen met het gebruiken van de warmte voor verwarming van huizen, waarna er restwarmte in het meer kwam. De mensen die er werkten gingen er in bad en dat is uitgebouwd tot de Blue Lagoon. Het is dus niet helemaal een natuurwonder, maar wel ontzettend bijzonder. De Blue Lagoon heeft ontzettend blauw water, wat troebel is door de opgeloste mineralen die er in zitten, en ligt in een zwart lava landschap wat het contrast tussen het extreem blauwe water en de omgeving alleen maar groter maakt. De mineralen in het water geven wit af op de zwarte stenen en hierdoor lijkt het water alleen nog maar blauwer. Echt het doet heel surrealistisch en bijzonder aan als je er in dobbert! Het water is heerlijk warm, zelfs bij vlagen heet en het complex heeft ook een sauna en een stoombad. We hebben er heerlijk een paar uur rondgedobberd na de CityWalk in Reykjavik.

Zo ziet het water van de Blue Lagoon er ook uit, dit is voor de ingang. In de Blue Lagoon hebben we onze telefoons en camera’s gewoon in het kluisje gelaten. Waarschijnlijk als een van de weinigen, veel mensen dobberden er rond met hun telefoon of camera in een waterdicht hoesje. Anyway wil je weten hoe het bad er uit ziet, google dan gewoon Blue Lagoon even. ;) 

Na een lange nacht van diepe slaap, gingen we zondags met onze huurauto de Golden Circle route doen. Her en der hadden we wat zaken toegevoegd aan de route en we gingen na het ontbijt op pad. Al op de snelweg 1 (de weg die over het hele eiland gaat) zaten we telkens ‘oh, ah’ ‘kijk daar!’ en we hebben de auto dan ook meerdere keren aan de kant van de weg in een parkeerhaven gezet om foto’s te maken of even van het uitzicht te genieten.

Zo’n oh en ah moment waarvoor we de auto even aan de kant van de weg op een parkeerplaats parkeerden. 

Onze eerste echte stop was Thingvellir National Park. Thingvallavatn is het grootste meer van IJsland en daarom heen is een park. Het park is bijzonder omdat het op de scheidslijn van de twee tektonische platen ligt, waarop het hele eiland ligt. Het is de enige plek op de wereld waar twee aardplaten elkaar boven water raken en je er tussendoor kunt lopen. Het is eigenlijk een stukje ‘niemandsland’ want het hoort bij geen enkel continent omdat je er dus tussen in loopt. Erg indrukwekkend. Elk jaar schuiven de platen een klein stukje uit elkaar en wat je ziet is dus al heel wat jaren aan de gang. Heel vroeger, lees de tijd van de Vikingen, had het een belangrijke politieke rol. Werden er in het National Park wetten voorgelezen en mensen berecht. Nu is het dus een prachtig park om te wandelen. Wij zijn richting de waterval gewandeld en toen weer terug, nog een keer tussen de platen door. En daarna op naar de volgende stop.

Tussen de platen door wandelen. 

Een overzicht over het park. Prachtig toch? Het weer in IJsland kan wel snel veranderen. De ochtend begon zonnig, toen een dikke bui, daarna weer zon. En zo ging het een groot deel van de dag door. IJsland kent veel regen, dus het is handig om je goed warm en waterafstotend te kleden. 

De volgende stop was de geiser Geysir. Door vulkanische activiteiten op het eiland zit er dus warmte in de grond. Op een of andere wonderlijke manier wil die warmte er soms uit en spuit er dus heet water uit de grond omhoog. Of zijn er gaten met kokend water. Erg bijzonder! Met elke vulkaanuitbarsting gaan er geisers plotseling weer werken of gaan sommige geisers uit. Het is een hele gekke gewaarwording. Ik had telkens het gevoel dat er ergens iemand op een knopje zat te drukken om de geiser water te laten spuwen, maar niets is daarvan waar, het is hartstikke natuurlijk. In het museum bij de geiser kun je alles lezen over het ontstaan van de geisers, de vulkanen en alle geisers in het gebied. Het water en de damp uit de geisers zijn kokend heet en ruiken enorm naar zwavel. Dat doet trouwens al het warme water in IJsland. Ook het warme water uit de douche, al ruikt die niet zo sterk naar zwavel als de geisers.

Omdat we overal de tijd voor nemen was het inmiddels alweer vrij laat op de middag. We bezochten Gullfoss nog. Gullfoss is een enorme waterval van 32 meter hoog. Erg indrukwekkend om te zien. Smelt water van een van de gletsjers gaat over deze waterval heen en er kan tot 2000 kuub water per seconde door stromen. Ook dit is weer prachtig natuurgeweld om te zien.

Kijk! Ik was ook echt zelf mee op reis! =) 

Omdat je terug moet rijden naar Geyser (waar de geisers zijn) voor de grote weg dronken we er nog even koffie/thee met taart voordat we verder gingen op onze reis door een prachtig wijds en leeg landschap naar de kust. We waren vrij moe van alle indrukken die we onderweg opdeden dat we de laatste dingen op de route maar schrapten (die vroegen ook een enorme omweg, waar we gewoon geen puf meer voor hadden) en via Selfoss richting de kust reden.

Het doel was het kleine kustplaatsje Eyrarbakki, waar een van de gevangenissen, het oudste huis en de laatste dijk van IJsland te vinden zijn. En dat voor een dorpje met maar 580 inwoners. En waar je natuurlijk uitkijkt over de Atlantische Oceaan!

Maandagochtend vlogen we vroeg weer richting Nederland. Het was een heerlijk weekend en een prachtig en betoverend land. Een aanrader om te bezoeken en ik zou graag nog veel meer foto’s delen, om te overtuigen dat het daar prachtig is. En ik weet zeker dat ik nog een keer terug kom!